Sociale ecologie en de anti-globaliseringsbeweging

 

Het linkse mondiale verzet heeft een nieuwe en belangrijke maatschappelijke stroming met zich meegebracht: "de anti-globaliseringsbeweging". Overal worden de krachten gebundeld om weerstand te bieden aan de steeds sterkere greep die de vrije markteconomie krijgt op de natuur en de verschillende culturen. Mensen en niet-mensachtige organismen lijden vaak in extreme mate onder dit imperialisme. Maar is het verzet wel krachtig genoeg? Een sociaal-ecologische benadering.

 

Kapitalisme en verminking.

 

De sociale ecologie is een linkse en anti-autoritaire stroming die streeft naar een rationele en ecologische samenleving. Daarom wil het ook komaf maken met maatschappelijke en irrationele entiteiten, die, ideologisch en materieel, de huidige plundering van de biosfeer veroorzaken.

Sociale ecologisten gaan er van uit dat de oorzaken van de huidige ecologische crisis uiteindelijk en fundamenteel sociaal van aard zijn. Ze kon er komen dankzij een lange, historische (en irrationele) ontwikkeling: het ontstaan van hiërarchieën, klassen, staten en uiteindelijk de markteconomie en het kapitalisme.

We zijn van mening dat er een rechtstreekse relatie bestaat tussen sociale en ecologische problemen en vinden het dan ook noodzakelijk om beide tegelijkertijd aan te pakken.

 

Het imperialisme van de vrije markt is zijn eigen leven gaan leiden. Het doordringt vaak ons dagelijks leven zonder dat we het merken. Het kapitalisme verminkt ons. Op het moleculaire niveau van ons dagelijks leven verandert het ons op zijn ergst. Het dwingt mensen tot walgelijke rationaliseringen: denkprocessen die hun wansmakelijke handelen aanvaardbaar maken voor henzelf. Deze psychologische afweermechanismen leveren valse ideëen op, verdringen juiste ideëen en laten individuen dingen doen die platvloersheid en ontmenselijking in de hand werken.

Sociale ecologisten willen een menselijke samenleving, met zin voor solidariteit en gelijkheid. De "anti-globaliseringsbeweging" zal zich moeten keren tegen deze ontmenselijking als ze suksesvol wil zijn. Wanneer individuen er bewust van worden dat het kapitalisme ontmenselijkt, dat het een irrationeel systeem is dat niet strookt met een redelijke ontplooing van de menselijke mogelijkheden, wordt het gemakkelijker om hen te mobiliseren voor het verzet tegen de economische globalisering.

Zij moeten begrijpen dat het kapitalisme geen natuurwet is, dat het uitschakelbaar, of op zijn minst bevechtbaar is. En wanneer dat begrijpen niet volledig lukt zullen ze op zijn minst in verzet komen tegen de huidige globalisering.

 

Globalisering en verzet.

 

De linkse anti-globaliseringsbeweging is geen revolutionaire beweging. Het is een bont gezelschap van utopisten en hervormers, beeldenstormers en pragmatici. Sommigen willen grote omwentelingen, revoluties dus. Anderen willen slechts het kapitalisme menselijker maken.

Er zijn ook rechtse krachten die ingang willen krijgen in de protestbeweging. Ze willen het protest tegen de globalisering richting extreem-nationalisme en xenofobie sturen. Samen met Peter Staudenmaier, een sociale ecologist die in de Verenigde Staten woont, steun ik dan ook de waarschuwingen van de Leidse stichting "De Fabel van de lllegaal".

Toen zij Engelstalige e-mails de wereld instuurden over het denken van Edward Goldsmith of zijn rechtse praatjes die weinig weerstand opriepen binnen linkse anti-globaliseringskringen, werd er in sociaal-ecologische kringen af en toe instemmend gereageerd. Toen later de anti-globaliseringsbeweging leek op te schuiven naar radicaal-links leek dat volgens Staudenmaier vooral het werk te zijn van mensen als die van "De Fabel van de Illegaal".

 

Intussen is het wel duidelijk dat het protest vooral links en anti-kapitalistisch geworden is. Dat wekt de interesse van steeds meer sociale ecologisten. De brochure "Bringing Home Democracy. Radical Perspectives on the A16 Mobilization Against the IMF and WB", maakt dit duidelijk. Cindy Milstein en anderen stelden het pamflet samen om uit te delen tijdens straatprotesten in Washington, tegen de bijeenkomst van het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank op 16 april jongstleden.

Daarin spreken zes sociaal-anarchisten, met een duidelijk sociaal-ecologische stempel, de hoop uit dat de linkse discussies over het IMF, de Wereldbank en de Wereldhandelsorganisatie ("het verschrikkelijke trio") geradicaliseerd kunnen worden.(1) Volgens de auteurs is er een belangrijke wending gekomen na de beruchte protesten in Seattle. De discussies die gerelateerd zijn aan "het verschrikkelijke trio" vinden nu plaats in de schaduw van de protesten ertegen. "Seattle opende een ruimte voor de dialoog en, betekenisvol genoeg, stemmen vanuit het linkse spectrum hebben nu een zeldzame mogelijkheid om gehoord te worden."

 

Vooral Arthur Foelsche lijkt euforisch: "Voor de eerste keer in decennia van quietisme, verscheen er een gemobiliseerde massa in het politieke landschap, dat verraste bijna iedereen. Deze enorm grote anti-globaliseringsbeweging is al expliciet anti-kapitalistisch aan het worden. (...) Nooit heeft het kapitalisme op zo'n grote schaal tegenstand opgeroepen in dit land, wat duidelijk maakt dat het politiek bewustzijn aan het veranderen is. We komen in de buurt van de eerste potentiële revolutionaire beweging sinds decennia. Dit potentieel is, natuurlijk, nog ontluikend, maar het is virtueel vrij van stugge politieke dogma's en met een duidelijke afwezigheid van leiders."

Als het waar is, dan is de situatie misschien anders in Europa en Australië. Zo lijkt het er op dat in Frankrijk, maar ook in andere Europese landen, de aandacht zich vooral toespitst op de persoon van José Bové, de Franse boer. De anarcho-syndicalist Bové kreeg deze zomer 50000 mensen naar Millau om steun aan hem te betuigen tijdens zijn proces. Bové heeft immers samen met een aantal companen een McDonalds gedemonteerd, hét symbool van de economische globalisering.

Door de massale steun die hij krijgt en de sympathie die hij volgens peilingen wekt bij een meerderheid van de Franse bevolking (ik vraag me af of die gevoelens niet relatief zijn) lijkt zijn actie van burgerlijke ongehoorzaamheid nog een vrij lichte straf te gaan opleveren. Maar de moeilijke positie waarin hij gedwongen wordt kan gemakkelijk tot kapsones leiden. Hij lijkt alvast leiderschap impliciet voor zichzelf op te eisen en de vraag is hoe doordacht hij die rol kan vervullen, wanneer hij zich nog meer als anti-autoritair zou profileren kan dat ongetwijfeld meevallen. In Australië zouden marxisten-leninisten een erg belangrijke rol spelen in de straatprotesten.

 

Sociaal-ecologische alternatieven.

 

In het pamflet "Bringing home democracy. (...)" worden er ook meer sceptische posities ingenomen. Het voornaamste probleem van de linkse anti-globaliseringsbeweging lijkt het gebrek aan voorstellen voor constructieve alternatieven. Zo'n visies moeten radicaal en dus anti-kapitalistisch zijn maar niet terugvallen op autoritair-marxistische of andere "oud-linkse" recepten.

Sociale ecologisten zijn voor de afschaffing van natiestaten en alle andere geïnstitutionaliseerde vormen van hiërarchie. De staat wordt gezien als de dienstmeid van het kapitaal, een repressie-instrument in dienst van de heersende klassen. Het is onzin te geloven dat men met zo'n onderdrukkingsmiddel veel zou kunnen aanvangen om de perversie van het kapitalisme te bekampen. Proberen staatsmacht te verwerven om fundamentele veranderingen door te voeren die de vrije samenleving kunnen baren is nog onzinniger, wat communisten ook mogen beweren. Wat dat betreft bouwt de sociale ecologie in grote mate voort op oud-anarchistische en utopische ideëen.

Murray Bookchin, de bekendste sociaal-ecologische denker en grondlegger van de stroming, kan zich dan ook niet helemaal terugvinden in de anti-globaliseringsbeweging want er zitten teveel reformisten in. "Social ecology is about changing the world." zei hij me onlangs. (2)

Hij heeft wel niet zoveel meningen over de beweging omdat het moeilijk voor hem is te volgen waar het allemaal over gaat. Bookchin is naar eigen zeggen "a sick, old man". Hij lijdt aan jicht, kan nog nauwelijks zijn appartement uitkomen en is gekluisterd aan een rolstoel. Hij kan dus niet naar demonstraties gaan, wel steunt hij de linkse protesten. Ook de Amerikaanse kranten maken hem niet veel wijzer. Hij is er zeker van dat ze qua berichtgeving over de beweging slechter zijn dan om het even waar. Zo gaat dat in de Verenigde Staten.

 

Bookchin ontwikkelde ook de politieke dimensie van de sociale ecologie: het libertair municipalisme (letterlijk vertaald: anti-autoritair gemeentebeheer). Schrijfsters als Cindy Milstein en Chaia Heller proberen volop de ideëen van het libertair municipalisme ingang te laten vinden in de anti-globaliseringsbeweging. Het is een coherent verhaal dat strategieën aanreikt om duale machten te ontwikkelen tegen het kapitalisme en de natiestaten. De bedoeling is de economie en de politieke besluitvorming onder gemeentelijke controle te brengen, waarbij de mensen het eigen leven in handen nemen en er op horizontale wijze beslist wordt over het dagelijkse reilen en zeilen.

Vermits het kapitalisme, na de val van het reëel-communisme, steeds meer als enige economische optie wordt bekeken, en als zaligmakend, is dat een moeilijke taak. Warenrelaties, competitie en de waarden van winstbejag beginnen steeds meer elk aspect van de economie te domineren.

We zullen zo snel mogelijk een sterke tegenmacht moeten opbouwen. Een beweging die het economisch leven onder gemeentelijke controle brengt en moreel maakt door waarden als solidariteit en gelijkheid hoog in het vaandel te dragen. Maar zo'n libertair municipalistische beweging ontstaat niet uit het niets. Het vereist de oprichting van studie- en actiegroepen, later de oprichting van volksvergaderingsinstellingen en zelfs de deelname aan gemeenteraadsverkiezingen om de macht in handen te geven van die volksvergaderingen.

 

De basis eerst.

 

Libertaire municipalisten willen, paradoxaal genoeg, enkel deelnemen aan gemeenteraadsverkiezingen om gemeenteraden af te schaffen. Wij willen de macht in de gemeenten decentraliseren naar communes en volksvergaderingen toe, authentieke basisdemocratie.

We zijn, in navolging van zoveel andere libertairen, voorstanders van collectief beheerde economische eenheden, waarin winstbejag verdwijnt. Het anarchistische collectief Atalanta heeft zoiets kadootjeseconomie genoemd: ieder werkt naar vermogen en krijgt naar behoefte.

Die alternatieven voor natiestaten en het kapitalisme worden ook door sociale ecologisten naar voren geschoven om de linkse anti-globaliseringsbeweging te versterken. Wij willen dus geen globaal kapitalisme en internationale reguleringsinstellingen als de Wereldbank. Nee, wij willen iets heel anders: economische kleinschaligheid, menselijkheid en de productie vanuit de basis, samenwerking van communes om degelijke doch sobere economieën op poten te zetten. Maar daarvoor is er nood aan revoluties en jammer genoeg zijn weinig mensen daar voorstanders van.

 

De ervaringen die mensen opdoen in actiegroepen die we tijdens straatprotesten tegen de economische globalisering in Seattle en onlangs Praag zagen opduiken kunnen daarbij helpen. Hier leren mensen de waarde kennen van horizontale besluitvorming, waardoor ze zien dat anderen hun mening belangrijk vinden en ze inspraak krijgen in het collectief proces. Om het kapitalisme en de natiestaten te vervangen hebben we nood aan de creatie van basisdemocratische instellingen.

Die instellingen zijn, zoals Cindy Milstein het verwoordt, "compatibel met, en kunnen zeker groeien uit, diegenen die we tijdens demonstraties gebruiken". (3) Milstein heeft het hier over de zogenaamde affiniteits- of basisgroepen, collectieven waarin gelijkgezinden elkaar terugvinden en ondersteunen. Groepen ook waarin vaak iedereen het eens moet zijn voordat men een beslissing over iets neemt. Vooral in een beginfase zullen de libertair municipalistische instellingen er op lijken. Hopelijk kan die basisdemocratie dan ook geglobaliseerd (!) worden.

 

Raf Grinfeld

 

Noten:

(1) De brochure is terug te vinden op http://ise.tao.ca/library/

(2) Ik had een telefoongesprek met Murray op 29 september 2000.

(3) Cindy stuurde een artikel naar een Independent Media Center in de Verenigde Staten op 13 augustus 2000. Misschien vind je het nog op http://www.indymedia.org/

Het heet "Reclaim the Cities: From Protest to Popular Power." Dit soort artikels vind je ook terug op http://ise.tao.ca/ bij het Institute for Social Ecology.

 

 

Verschenen in Dusnieuws 24, oktober 2000

your Amazon recommendations - Jahsonic - early adopter products

Managed Hosting by NG Communications