Bonnie Geerinck

Related: Fara Geerinck - Fee Geerinck - Caroline Staelens - Jan Geerinck

De Wondere Pluim, 1965

Sussie en het Beestenbos

Er was eens een meisje en dat heette Sussie.
Ze woonde samen met haar mama en papa. En ze had 2 zussen en 2 broers.
Ze was het beu. Dus vertrok ze. Ze ging naar de stad. Ze zag een restaurant en op een papiertje tegen het raam stond: hulp gezocht. Sussie ging naar binnen. Ze vroeg of ze daar mocht werken. Het mocht. Ze ging meteen aan het werk.

Jaren en jaren gingen voorbij. Ze was nu 39 dus wou ze op wereldreis. Al het geld dat ze verdiend had, pakte ze mee. Ze kocht een vliegtuig. En ze vloog en vloog. Ze vond het zo leuk dat ze het stuur losliet. Ze stortte neer.
Ze kwam in het beestenbos terecht. Er kwam een kikker met vleugels en een lange staart.
Sussie zei: “Wat ben jij een raar dier. Ik heb nog nooit zo’n raar dier gezien.”
De kikker vroeg: “Nog nooit?”
Sussie antwoordde: “Nee, nog nooit.”
De kikker zei: “Hier zit het vol met zo’n dieren.”
Sussie zei: “O ja?”
De kikker zei: “Ik zal je rondleiden.”
“Oké.”
Ze zag zoveel rare dieren. Een ezel met wratten en een dino met muizenpoten en knaagtanden die niet ophielden. Na de rondleiding gingen ze terug naar het vliegtuig. Het was helemaal kapot.
De kikker zei: “Je kunt hier blijven.”
“Oké.”
De kikker wees een grot aan. Hij zei: “Daar woont de baas. Ga maar eens met hem praten of je hier mag blijven.”
Sussie ging de grot in. Het was er heel heel griezelig. Eindelijk was ze er. De baas zat op een grote stoel, wel 3 meter hoog.
Sussie vroeg zachtjes: “Ik wil hier graag blijven, mag het?”
De baas had een donkere stem. Hij zei: “Ja, maar op één voorwaarde.”
“Welke dan?”
“Jij moet trouwen met mijn zoon. Hij heet Jan.”
Jan kwam tevoorschijn. Hij was heel mooi.
“Jullie moeten nu al trouwen.”
Ze maakten zich klaar en ze trouwden. Ze gaven elkaar een zoen en opeens waren ze veranderd in een paard en een ezel. Toen de bruiloft gedaan was, gingen ze heel veel spelen. Eerst gingen ze met de fiets naar een pretpark in het beestenbos. Ze gingen op de draaimolen, dan op het springkasteel. Dan gingen ze taart, lollies en cola eten en drinken.
Ze gingen terug naar huis en gingen slapen.
De volgende ochtend hadden ze kindjes gekregen: 5 paardjes en 5 ezeltjes.
Ze leefden nog lang en gelukkig.

Bonnie Geerinck (8 jaar) Wereldschool