Ive Verdoodt

Een zichtbaar belangrijke verschuiving die mede heeft bijgedragen tot de identiteitscrisis in het onderwijs en het in vraag stellen van onze culturele geletterdheid is de vervaging van de grenzen tussen 'hoge' (legitieme) en 'lage' (populaire) cultuur. (Die vervaging heeft uiteraard te maken met het verdwijnen van een gesloten cultuurelite en met belangrijke trends als commercialisering, mediatisering en technologisering van onze maatschappij.) De populaire cultuur werd in het onderwijs lange tijd stiefmoederlijk behandeld als opstapje naar de hoge cultuur, zeg maar de letteren en de schone kunsten. Klassiek zijn pogingen om aan de hand van een film of een stripverhaal leerlingen warm te maken voor het oorspronkelijke boek. Zo'n aanpak schenkt weinig aandacht aan de specifieke aard van visuele genres en bevestigt de mythe dat de geschreven tekst hiërarchisch hoger staat dan andere cultuurproducten. Zo'n visie op artefacten uit de populaire cultuur is ook nu nog springlevend. Dat heel wat populaire cultuurobjecten vandaag de dag veel dieper in ons collectieve geheugen staan gegrift dan creaties uit de zgn. hoge cultuur, schijnen sommige die- hards van de oude retoriek niet te beseffen. En evenmin zijn zij op de hoogte van het feit dat het met de kwaliteit en verscheidenheid van de populaire cultuurproducten lang niet zo slecht is gesteld: ook de populaire cultuur creëert een rijk geheel van beelden en betekenissen. Vooral in de academische wereld is de opdeling in een hoge en een lage cultuur vandaag danig vertroebeld en ook het beleid getuigt (zij het recent) van een veranderende houding.--Ive Verdoodt in http://simsim.rug.ac.be/2000literacies/themes/geletterdheid/cugel0a9.html

De opdeling in 'hoge' en 'lage' cultuur is vandaag niet meer vanzelfsprekend. Binnen de academische wereld laten diverse individuen zich reeds lang in met de studie van de populaire cultuur. Zo was de Franse semioticus en literatuurwetenschapper Roland Barthes wellicht een van de pioniers om de meest diverse (laag-)culturele fenomenen tot voorwerp van studie en reflectie te maken. Wetenschappers die zich scharen onder de noemer van Cultural Studies zijn vandaag de dag zowel geïnteresseerd in reclame als bijvoorbeeld in soaps. Een paar jaar terug kreeg Nederland zijn eerste popprofessor door de creatie van een bijzondere leerstoel in de popmuziek aan de Universiteit van Amsterdam. Popmuziek wordt ­ samen met film ­ niet toevallig door velen als de belangrijkste kunstvorm van de twintigste eeuw gezien. Frankenstein, ET en Robokop zijn als promotors van de wetenschap of als moderne mythen al een tijd salonfähig geworden. Zo kan je ook in Groot-Brittannië sinds vorig jaar een universitaire studie in de sciencefiction aanvatten. En universitaire literatuurdepartementen houden zich, zeker in de Angelsaksische wereld, maar ook bij ons, al een hele tijd bezig met film, televisie en videogames. Meer dan eens lezen docenten tegenwoordig liever een licentiaatsverhandeling over David Lynch of over Doom dan de zoveelste filologische studie. Een gelijkaardig fenomeen vinden we ook terug in het secundair onderwijs, waar leraren het vaak moeilijk hebben om literatuur nog een plaats te geven binnen de multimediale leefwereld van de jongeren. Bovendien geven een aantal leerkrachten toe dat ze zelf niet meer lezen en eerder kiezen voor een film in hun vrije tijd. Of misschien trekken ze wel naar een cursus over The Simpsons van de Stichting Lodewijk De Raet. Een en ander heeft ook te maken met een veranderende houding van het beleid tegenover populaire cultuur. --http://simsim.rug.ac.be/2000literacies/themes/geletterdheid/cugel0a11.html

your Amazon recommendations - Jahsonic - early adopter products

Managed Hosting by NG Communications